Skip to content

Dammende vrouwen in de Renaissance

Alex de Voogt en Wim van Mourik

Jeu de dames, het damspel dat in het Engels zowel checkers als draughts wordt genoemd, verwijst niet alleen naar vrouwen of koninginnen; het vormt een motief in de renaissancekunst, waarin vrouwen worden afgebeeld in een spel met elkaar, met echtgenoten, minnaars en vrijers. Dit artikel onderzoekt de vroegmoderne beeldtaal van jeu de dames, met name van 1400 tot 1750. Een zorgvuldig onderzoek van de iconografie onthult twee zelden genoemde of waargenomen aspecten van het spel. Ten eerste visualiseren de afbeeldingen de associatie met verschillende sociale groepen, variërend van adel tot gewone mensen. Ten tweede, in de manier waarop de spelers worden geportretteerd, werd jeu de dames beschouwd als een activiteit die even geschikt was voor vrouwen om met andere vrouwen te spelen als voor mannen met andere mannen, als voor gemengde stellen.

Hoewel de etymologie van de Franse en Nederlandse namen van het spel waardevolle aanwijzingen geeft over de verspreiding ervan in Europa, was er tot voor kort aanzienlijk minder bekend over de sociale verspreiding ervan.1 Een door de auteurs aangelegde database bevat nu zo’n 1400 afbeeldingen van mensen die het spel spelen, wat de mogelijkheid opent om de maatschappelijke rol ervan te analyseren.2 Voor de periode 1400-1750 bevat deze database ongeveer vijftig afbeeldingen van West-Europese kunst die het damspel in een sociale setting laten zien. Ongeveer twee dozijn schilderijen, tekeningen en gravures tonen vrouwen als spelers; voorheen waren de beschikbare bronnen louter literair of materieel (zoals het bestaan van spelborden in museumcollecties) en onthulden ze weinig over de spelers.

Om de omstandigheden waarin jeu de dames werd gespeeld te evalueren, is het wellicht informatief om de Europese versie te vergelijken met de spelen Go en Shogi uit de Edo-periode (1603-1868) in Japan, waar zowel mannen als vrouwen deze spellen speelden. Volgens Kôichi Masukawa werden vrouwelijke prostituees aangespoord om goede speelsters te zijn, zodat ze hun klanten konden entertainen.3 Hoewel er geen bewijs lijkt te zijn van vergelijkbare prikkels voor Europese vrouwen om deel te nemen in competitief spel suggereert hun aanwezigheid bij het speelbord in het gezelschap van mannen dat soortgelijke ideeën ook in Europa de overhand kunnen hebben gehad, waar ofwel het spel hofmakerij mogelijk maakte of een manier vertegenwoordigde waarop vrouwen geacht werden hun echtgenoten te vermaken. Er is nog een, enigszins merkwaardige, Aziatische connectie.

In het Hamburgse Museum voor Etnografie en Prehistorie is een tempera-schilderij op zijde dat wordt toegeschreven aan Guiseppe Castiglione (1688-1766) [zie bijlage 1]. Het stelt een groep Chinese vrouwen voor die het damspel spelen in wat een Europese setting lijkt te zijn, in een tijd waarin het spel onbekend was in China.4 Dit ongebruikelijke voorbeeld suggereert een ingebeelde Chinese scène gebaseerd op een Europese realiteit. Ander hedendaags iconografisch bewijsmateriaal komt uit het Europa van de Renaissance. Op deze afbeelding zien we dat beide geslachten zich vermaken met een spel dat niet de zweem van gokken draagt, zoals bijvoorbeeld het kaartspel. Het damspel staat dus op zichzelf als een spel dat door beide seksen lijkt te worden gespeeld, maar waarin gokken helemaal geen rol speelde.

Hoewel veel van deze afbeeldingen duidelijk aangeven dat het spel werd gespeeld voor amusement – niet voor geldelijk gewin – werd het damspel ook in competitieverband gespeeld, hoewel blijkbaar alleen door mannen, aangezien er geen verwijzingen zijn naar vrouwen die aan dergelijke toernooien deelnamen. In het midden van de achttiende eeuw begon het damspel – jeu de dames / draughts / checkers – zijn populariteit te verliezen aan het schaken, vooral onder de elite.

In Japan werden echter zowel Go, waarvan in het Westen geen equivalent bestaat, als Shogi, een schaakvariant, nog steeds door vrouwen gespeeld, en vrouwelijke meesters werden in de twintigste eeuw vrij algemeen. Pas toen Shogi in verband werd gebracht met gokken, verloor het zijn aantrekkingskracht voor vrouwen in Japan. In Europa verloor het damspel zijn aantrekkingskracht, niet omdat het bezoedeld werd door gokken, maar door de grotere populariteit van schaken, dat steeds meer geassocieerd werd met mannelijke activiteiten zoals wetenschap en oorlogsstrategie. Als gevolg hiervan heeft Europa geen traditie van vrouwen die op competitief niveau spelen; ze komen tot vandaag relatief zeldzaam voor in internationale ranglijsten voor zowel schaken als dammen.5

De geschiedenis van het damspel

Om de betekenis van de afbeeldingen van degenen die het damspel spelen te interpreteren, moet men eerst de geschiedenis van het spel in Europa begrijpen. Het damspel is een bordspel dat dateert uit tenminste het begin van de zestiende eeuw, wanneer een Franse literaire bron uit 1508 ernaar verwijst. In het moraliteitsgedicht ‘Livre de la diablerie’ spreekt de auteur, Eloi d’Amerval, in dezelfde zin over jeu de dames en schaken.6

Misschien ironisch genoeg onthult etymologisch onderzoek dat ‘dames’ niet terug te voeren is op een schaakstuk of op vrouwen, maar op het punt dat bekend staat als de ‘dam’ waar het stuk wordt gepromoveerd.7 Onze hedendaagse associatie met dames als schaakkoninginnen begon waarschijnlijk toen het schaken in de achttiende eeuw aan populariteit won. De beweging van de stukken in het damspel illustreert het contrast met schaken verder. De stukken kunnen maar in één richting en op één kleur velden bewegen. Wanneer stukken het einde van het bord bereiken, worden ze gepromoveerd. Ze mogen dan achteruit bewegen en daarbij stukken slaan, in tegenstelling tot gewone stukken die maar in één richting kunnen bewegen.

In een variant van het spel kan het gepromoveerde stuk langs een hele diagonaal op het bord bewegen, vergelijkbaar met de beweging van een schaakkoningin, of beter gezegd, de schaakloper. De promotieregel kan ook aanwezig zijn geweest in een voorloper van het damspel, het spel dat bekend staat als alquerque.8 De regel van promotie komt niet uit het schaken. Hoewel er een oppervlakkige analogie is met het omzetten van een pion in een dame, is dat niet hetzelfde.9

In West-Europa hebben spelonderzoekers voornamelijk de iconografie en materiële cultuur bestudeerd die met het schaken te maken hebben. De aanwezigheid van schaken in de kunst en in de materiële cultuur was vooral gebruikelijk in de Middeleeuwen, toen het gewoonlijk werd geassocieerd met koninklijke hoven en de adel.10 Het uiterlijk in deze vorm lijkt vanaf de zestiende eeuw af te nemen, als triktrak of backgammon, dobbelstenen, kaartspellen en het damspel prominenter worden.11 In de periode 1550-1700 blijft schaken zichtbaar in de Europese schilderkunst en grafische kunst, maar vooral in voorstellingen van het hoofse leven. Voorstellingen van vrouwen die het damspel spelen – niet beperkt tot adellijke vrouwen – verschijnen in een heel andere context dan die van schakende vrouwen.12 Hoewel afbeeldingen van bordspellen, waaronder het damspel, vrij vaak voorkomen in de kunst, geven ze zelden nauwkeurige informatie over het spel zelf of het bord. Het bord wordt bijvoorbeeld vaak ten onrechte afgebeeld met te weinig of te veel speelvelden.13 Andere fouten komen ook vaak voor. Hoewel de speelstukken van het damspel twee kleuren zouden moeten hebben, zoals zwart en wit, en alle speelstukken op slechts één kleur van het dambord moeten zijn geplaatst, laten veel afbeeldingen iets heel anders zien.

Figuur 1. Mille-fleurs wandtapijt (1520–30, Vlaanderen). Bayerischen Nationalmuseum, München. Met dank aan Hypo-Vereinsbank, München, Duitsland.

Bij voorbeeld op een duizendbloemen “millefleurs” wandtapijt uit Vlaanderen dat dateert uit de jaren 1520 of 1530 is in het midden een stel damspelers te zien (zie Figuur 1).14 Het bord meet – onjuist – zeven bij vier velden; en alle stukken van dezelfde kleur worden willekeurig op zowel de lichte als donkere velden geplaatst (zie Figuur 2).

Bijlage 1
Anonieme Chinese hofschilder 1750-1800,  (voorheen toegeschreven aan Giuseppe Castiglione),  MARKK.  Museum am Rothenbaum Kulturen und Künste der Welt, Hamburg, Inv. nr. A 4535.
Bijlage 2
Tristan en Isolde, ca 1470, Drinken uit de liefdesbeker, miniatuur uit Lancelot du Lac, Bibliothèque Nationale de France, Parijs, ms 112 / fo  239
Bijlage 3
Anoniem, ca 1492, houtgravure, Les sept sages de Rome, Collectie Iconographique Maciet, Bibliothèque des Arts décoratifs, Paris.
Bijlage 4
Johann Conrad Seekatz, na 1765, Kaffeegesellschaft im Park, olieverf op doek, Hessische Hausstiftung, Schlossmuseum Darmstadt, Inv. Nr. DA B 21150

Desalniettemin was de kunstenaar naar het schijnt niet onbekend met het spel; hij toont twee stukken op een van de velden en suggereert zo een gepromoveerd stuk. Voorstellingen als deze maken iconografie tot een onbetrouwbare getuige van de geschiedenis van het spel en het spelen.

Ook al geven artistieke voorstellingen vaak min of meer een valse voorstelling van zaken, we hoeven iconografie en kunst niet helemaal als historische bronnen te verwerpen. Er zijn nog steeds manieren waarop deze beeldspraak ons steeds in staat stelt om de contexten te documenteren waarin het damspel werd gespeeld in het Europa van de Renaissance en ook om de specifieke rol die vrouwen in deze beeldspraak innamen, te evalueren. Geen van deze artistieke werken is een accurate afspiegeling van de samenleving. Maar men kan het materiaal voorzichtig gebruiken om te suggereren dat de voorstellingen op zijn minst onthullen hoe verschillende lagen van de samenleving en verschillende combinaties van spelers zich presenteerden, waarmee wordt aangetoond dat het damspel niet alleen door zijn naam met vrouwen wordt geassocieerd, maar ook gezien werd als een geschikt tijdverdrijf voor vrouwen, of ze het spel nu wel of niet konden spelen.

De afbeeldingen

Hoewel er minder dan twee dozijn afbeeldingen zijn die het damspel door vrouwen uitbeelden, zijn individuele voorbeelden leerzaam en is er bovendien een vrij consistente geschiedenis van hoe vrouwen worden voorgesteld. De vijftiende en zestiende eeuw hebben verschillende afbeeldingen van damspeelsters nagelaten, waaronder scènes van mannen en vrouwen die samen spelen. Een miniatuur van rond 1470 laat zien hoe Tristan en Isolde een liefdesdrankje drinken terwijl ze op een meer varen met een speelbord tussen hen in; de stukken zijn slechts op één kleur van het bord geplaatst, zoals bij het damspel hoort [zie bijlage 2].15 Een houtgravure uit circa 1492 toont een dame en een heer die het damspel spelen in een kamer. De vrouwen zijn geen koninginnen of gewone mensen; net als bij schaken zijn het vooral edelvrouwen (en mannen) die worden afgebeeld [zie bijlage 3].

De neiging om zowel schaken als dammen te associëren met nobele bezigheden bleef tot ver in de achttiende eeuw bestaan. In een olieverfschilderij uit 1765 beeldde Johann Conrad Seekatz prinses Karoline af die prins Georg Wilhelm von Hessen en zijn vrouw bezocht. De prinsessen, gezeten in een park, spelen het damspel en de prins biedt hun koffie aan [zie bijlage 4].16 Zo zijn ook graaf Juan Batista de Santana en zijn zus Rosana afgebeeld op een olieverf schilderij zittend aan een tafel met  het damspel. De anonieme schilder van dit tafereel, waarvan men dacht dat hij tot de kring van Giuseppe Bonito (1707-1789) behoorde, portretteerde typisch kinderen van de adel; hier is duidelijk dat het spel werd gezien als een geschikt tijdverdrijf voor deze ongehuwde broer en zus. Dit werk kan waarschijnlijk worden gedateerd tot de late achttiende of vroege negentiende eeuw, toen het gebruikelijk werd voor kinderen om spelletjes te spelen als een educatief tijdverdrijf [zie bijlage 5].

Een damesspel

Tekstuele en etymologische dubbelzinnigheden komen ook tot uiting in de manier waarop kunstenaars dit ‘damesspel’ uitbeelden. Een woordspeling ging vaak gepaard met een afbeelding van spelende vrouwen. Zo staat in de tekst bij een gravure van Johann Jacob Haid (1704-1767) ‘Le jeu de dames’ en ‘Das Damenspiel’. Zowel het Frans als het Duits spreken van een ‘damesspel’, als ook van het damspel [zie bijlage 6]. Evenzo draagt ​​een veel latere prent van Pierre Carrier-Belleuse (1851-1932) het opschrift ‘La partie de dames (danseuse)’ [zie bijlage 7].

Bijlage 5
Anoniem, na 1800, cirkel van Giuseppe Bonito, olieverf op doek, Veiling Sotheby’s, London.10 december 2001, Lot nr. 498

 

Bijlage 6
Johann Jakob  Haid, ca 1740-50, Gesellschaft beim Spiel, Germanisches National Museum, Inv. nr. HB 14348
Bijlage 7
Pierre Carrier- Belleuse (1851-1932), La partie de dames (Danseuses), ansichtkaart, verkoop Delcampe, België.
 

 

Bijlage 8
Louis Marin Bonnet, ca 1772, naar Louis August Le Clerc, Le jeu de dames, gravure, rood krijt, Bibliothèque national de  France, Parijs, Estampes, Ef 69 Rés. fol., H 115
 

Figuur 3. ‘La partie de dames’, door Michel Barthélémy Olivier (1712-1784). Met dank aan Musée Cognacq-Jay, Parijs.

Dit onderschrift straalt ook een zekere dubbelzinnigheid uit, zij het misschien onbedoeld.17 Zelfs wanneer mannen in de schilderijen worden opgenomen, verdwijnt de woordspeling over de vrouwen niet noodzakelijkerwijs. Een olieverfschilderij op doek van Michel Barthélémy Olivier (1712-1784) toont een scène met drie mannen en twee vrouwen; een man en een vrouw spelen het spel. De afbeelding heeft als titel ‘La partie de dames’, een partij van dames of een damspel (zie Figuur 3).18 In dergelijke voorstellingen gaan de dames met elkaar om, maar worden ze ook vaak afgebeeld als deel van een paar. Het spel biedt dus een handige activiteit waaromheen de kunstenaar zijn onderwerpen positioneert, met het spel als middelpunt en centraal punt. Een dergelijke scène werd vaak herhaald: Louis Marin Bonnet (1736-1793) [zie bijlage 8] kopieerde een tekening van Sebastien Leclerc (1637-1714) en maakte er een gravure van. Het vormde ook de basis voor een tekening van Johann Jacob Haid (1704-1767).19 De setting bleef identiek; wat veranderde was in elk geval het gezicht van de dame.

 

Schilderijen van een man en een vrouw die het damspel spelen, vaak vergezeld van toeschouwers, waren typerend in de zeventiende en achttiende eeuw. Zo koos Nicolas Arnoult (1674–1701) ervoor om een ​​weelderig geklede dame te plaatsen naast een even goed gekleed stel dat het spel speelt [zie bijlage 9].20 Het is echter geen bijzonder goede weergave van het spel zelf. Ten eerste, de sierlijke jurken die door de vrouwen worden gedragen, leiden af ​​van het speelbord, ondanks de vergrote en gekantelde weergave die de stukken zichtbaar maakt. De stukken zijn onhandig op het bord geplaatst en ook verkeerd geplaatst op de velden, die niet de juiste kleur hebben. De bedoeling lijkt een poging te zijn om een ​​informele sociale scène onder de welvarende klassen van het vroegmoderne Frankrijk te laten zien in plaats van het spel zelf nauwkeurig weer te geven. Een anonieme tempera op papier, gedateerd rond 1700, aanwezig in Schloss Weikersheim (Hohenlohe, Duitsland), biedt een vergelijkbaar geconstrueerd tafereel. Een man en een vrouw zitten tegenover elkaar, met een speelbord tussen hen in. Het voornaamste punt van de afbeelding is echter de mode; het maakt deel uit van een serie die de nieuwste stijlen vertegenwoordigde die in Frankrijk worden gedragen (zie Figuur 4). Minder sierlijk maar even opvallend is een scène van Michael Sweerts (1618-1664) op een olieverfschilderij uit 1656/57, geïdentificeerd als ‘Een elegant koppel dat dammen speelt’ [bijlage 10].21 Het bord zelf is vrij donker en de stukken zijn moeilijk te onderscheiden. De dame aan de linkerkant is echter fel verlicht als ze opkijkt vanaf het bord.

Bijlage 9
Nicolas Arnoult, ca 1690, Le Jeu de dames, gekleurde kopergravure, Sammlung des Instituts für Spielforschung der Universität  Mozarteum, Salzburg
Bijlage 10
Michiel Sweerts, (1618-1664), olieverf op doek, Gallery Daphne Alazraki, New York

Figuur 4. Anonieme kleurtempera op papier (ca. 1700). Met dank aan Staatliche Schlösser und Gärten Baden-Württemberg, Schloss Weikersheim, Duitsland.

De focus is op de mensen in de scène gericht, met de fijn gedetailleerde kleding van het paar. Deze verschillende voorstellingen tonen aan dat het damspel zowel voor koppels als voor mannen en vrouwen een gepaste bezigheid werd geacht. De manier waarop ze zijn geschilderd, de selectie van de mensen erin en de decoratie geven aan dat het vooral een spel was voor de aristocratie en de rijkere leden van de samenleving. Helaas zijn er geen literaire of tekstuele bronnen om de beweringen te ondersteunen; we hebben alleen de afbeeldingen om mee te werken. Toch kunnen de voorstellingen ons tot de conclusie leiden dat het damspel in ieder geval in de zeventiende eeuw (of misschien eerder) een spel was dat als een echt tijdverdrijf voor dames werd beschouwd.

 

Het damspel en sociale conventies

In 1671 maakte Giovanni Batista Passeri (1610-1679) [zie bijlage 11] twee olieverfschilderijen waarop een groep mannen en vrouwen te zien is die buiten een landhuis zitten met bergen op de achtergrond.22 Het amusement dat wordt vertegenwoordigd omvat muziek, eten en spel. Op de voorgrond rechts van het schilderij staat een grote tafel waarop een dambord staat opgesteld. Een dame aan de tafel raakt de stukken aan. Ze wordt omringd door verschillende mensen die om haar heen staan: een man zit naast haar en staart haar in het gezicht; meerdere vrouwen kijken naar de speler; een van hen tokkelt op een mandoline. Tegenover de speelster staat een in het zwartgeklede man; hij staat met zijn rug naar haar toe. In plaats van het spel te observeren, kijkt hij naar links op het schilderij naar een in het rood geklede vrouw die tegenover hem staat, terwijl hij met zijn rechterhand naar het bord en naar de zittende vrouw gebaart. Hij kan de andere speler in het spel zijn of misschien nodigt hij de vrouw in het rood uit om deel te nemen. De zittende vrouw heeft een strenge blik op haar gezicht, net als de man die naast haar zit; alleen de vrouw met de mandoline lacht duidelijk. Suggereert dit Italiaanse tafereel op het platteland dat het spel populair was onder boeren? Vrijwel zeker niet. De kleding die ze dragen doet vermoeden dat dit weliswaar een feest op het platteland is, maar dat de spelers zeker geen boeren zijn. Het hele ensemble suggereert dat het spel niet alleen een handige manier was om een ​​stel uit te beelden, maar dat het bord ook kon worden gebruikt om een ​​scène neer te zetten die een ingewikkelder sociaal commentaar overbracht op de interactie tussen de seksen. De mannelijke en vrouwelijke rollen worden ‘vertolkt’ door het dambord; beide spelers worden nauwlettend in de gaten gehouden en geen van de figuren op het schilderij lijkt bijzonder geïnteresseerd in het spelbord of de voortgang van het spel zelf. Andere schilderijen ondersteunen deze veronderstelling omdat ze complexe sociale scènes bieden die op verschillende manieren kunnen worden geïnterpreteerd om sociale eigenschappen of conventies over te brengen. Er zijn een paar voorbeelden van het tegendeel. Een anoniem schilderij van een volgeling van Angelo Caroselli (1585–1653) [zie bijlage 12] toont gewone mensen die het spel spelen, twee mannen en een vrouw; in dit geval lijken ze allemaal gericht op het spel zelf.23 Maar dit is nogal ongebruikelijk; veel vaker dienen het spel en het bord alleen om verschillende figuren in een bepaalde sociale omgeving samen te brengen. Vaak kijkt slechts één speler naar het bord en soms lijkt geen van beiden geïnteresseerd in de voortgang van het spel; in plaats daarvan kijkt elk naar de ander of kijkt hij naar de kunstenaar. In het olieverfschilderij van Sweerts staat de vrouwelijke speler bijvoorbeeld tegenover de schilder. In een olieverf op doek van een kunstenaar uit de kring van Jacob Lukasz Ochtervelt (1634-1682) [zie bijlage 13], kijken de twee spelers elkaar recht in de ogen, hun rechterhand zweeft boven het bord.24 Het is meer het sociale aspect dan het bordspel dat centraal staat. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de kunstenaar weinig aandacht besteedde aan het correct plaatsen van de stukken op het bord. Inderdaad, de damstenen ontbreken vaak of zijn willekeurig gerangschikt, en hun posities op het bord is vaak onzichtbaar, onjuist of bijna willekeurig. Hoewel uit de beelden blijkt dat jeu de dames door mannen en vrouwen werd gespeeld, zowel met elkaar als met het andere geslacht, komt de aanwezigheid van kinderen in deze scènes veel minder vaak voor. Slechts een handvol afbeeldingen toont een moeder die een damspel speelt met een kind. Af en toe vind je schilderijen van meerdere kinderen rond een bord, maar meestal niet actief spelend. Dammen is daarom geen kinderspel; het spel wordt veeleer in sociale omgevingen gespeeld door volwassenen, getrouwde stellen, geliefden en vrienden – mensen uit dezelfde sociale klasse of die een opvoeding delen. Het is duidelijk dat met de herkomst van deze portretten, met name die in olieverf, de opdrachtgevers in een goed daglicht staan als zij het zich konden veroorloven om een ​​dergelijk kunstwerk in opdracht te geven of te kopen. Tegelijkertijd is het duidelijk dat damborden veel voorkomende accessoires waren in deze sociale kringen en een betekenis hadden bij het uitbeelden van sociale relaties. Door de beelden te bestuderen van vrouwen die het damspel spelen, of in ieder geval in de nabijheid zijn van het bord, vergroten we ons begrip van de geschiedenis van het spel en van de spelers. Net zo belangrijk is de sociale boodschap weergegeven in deze voorstellingen. Hoewel de bedoelingen van de kunstenaars in de loop der eeuwen zeker veranderd zijn, suggereert de centrale rol van vrouwen in deze afbeeldingen de gerenommeerde status van het spel, terwijl ze ook een didactische boodschap over sociale relaties in bredere zin overbrengen, vooral over de juiste interacties tussen mannen en vrouwen. Hoewel vrouwen niet geacht werden te gokken, werden ze wel geacht te spelen, zoals het gedicht van Eloi d’Amerval onthult:

Ik zeg niet – bij het genieten, vreugdevol, zonder ruziën, van een spel, waardig en elegant van nature geen kwade variant zoals het schaken of het damspel mooie spellen zonder vorm van kwel en zonder gokelement, uiteraard – dat God een gevoel van verbolgenheid ervaart.

Bijlage 11
Giovanni Battista Passeri, 1671, olieverf op doek, particuliere verzameling. Expositie Centraal Museum Utrecht  1991-1992
Bijlage 12
Volger van Angelo Caroselli, Peasants playing draughts in an interior, Veiling Christies, New York, 19 april 2002, Sale 9359 
Bijlage 13
Cirkel rond Jacob Lucasz Ochtervelt  (1634-1682) Veiling Bonhams, New York, 26-10-2011, sale 19224, lot nr. 51, European Paintings